Met een beetje hulp van transnationale Interreg-projecten zorgen lokale gemeenschappen in Nederland voor betaalbare energie voor hun inwoners.
Waarom gemeenschappen belangrijk zijn
Salma woont in Presikhaaf, een achterstandswijk in de stad Arnhem, met haar vier kinderen. Met een klein inkomen, stijgende energiekosten, een slecht geïsoleerd huis en de uitdaging om te voorzien in de behoeften van vier kleintjes, kunnen de winters koud zijn in haar appartement. Om haar energierekening zo laag mogelijk te houden, zet Salma de verwarming lager. Zo houdt ze aan het eind van de maand meer geld over voor eten en andere noodzakelijke uitgaven. Maar dat betekent ook dat zij en haar kinderen vaak koud en ongemakkelijk in huis zitten.
Via een buurtorganisatie die jonge vrouwen en moeders ondersteunt, werd Salma onlangs doorverwezen naar een van de energiecoaches in Arnhem om haar situatie te verbeteren.
Beeld: Mieke Gresnigt / SCEPA
In Arnhem helpen zo’n tachtig energiecoaches bewoners in achterstandswijken om hun energierekening te verlagen en hun situatie te verbeteren.
Innovatieve energietechnieken in Baard
Ondertussen maakt in het dorp Baard een kleine groep bewoners gebruik van een lokale rivier om hun huizen te verwarmen en te koelen. Hierdoor zullen zij binnenkort niet meer afhankelijk zijn van de grillige aardgasmarkt.
De energierekeningen die Nederlanders ontvangen, zoals gasrekeningen, worden niet alleen bepaald door leveringskosten die samenhangen met het totale verbruik, netwerkkosten en belastingen. Ze zijn ook afhankelijk van groothandelsprijzen, die op hun beurt weer worden beïnvloed door vraag en aanbod, de energiemix, het weer, concurrentie tussen leveranciers en geopolitieke realiteiten. Deze factoren kunnen ervoor zorgen dat energieprijzen snel veranderen, wat van invloed is op het bedrag dat we betalen – zowel in ons voordeel als in ons nadeel.
De meeste huishoudens in Nederland zijn nog steeds afhankelijk van gas voor verwarming. Gelukkig heeft ons land veel oppervlaktewater – rivieren, meren en de zee – dat kan worden gebruikt om aquathermie op te wekken. Hun omgevingswarmte kan nabijgelegen huizen in de winter verwarmen en in de zomer koelen – zie het als enorme kruiken met warm water. Met warmtepompen en warmtewisselaars benutten aquathermische systemen het temperatuurverschil tussen het water en de omgevingslucht.
Beeld: WaterWarmth
In Baard maken zes huishoudens en de dorpsschool gebruik van de rivier de Baarder Faert voor verwarming en koeling.
Buurtgerichte oplossingen voor energiearmoede
Bij de gemeente Arnhem ziet men lokale gemeenschappen als de sleutel tot het bereiken van mensen die te maken hebben met energiearmoede: “We bereiken huishoudens via buurtcentra, gebedshuizen, lokale initiatieven en sleutelfiguren in deze wijken. Om de mensen te bereiken die we willen ondersteunen, vragen we lokale organisaties om samen met ons activiteiten te organiseren. Daarnaast worden veel mensen naar ons doorverwezen door familie en buren,” zegt Maarten van ’t Hoog, adviseur energiearmoede voor het Interreg project SCEPA bij de gemeente Arnhem.
“De energiecoach heeft mij geleerd hoe ik energie efficiënter kan gebruiken en tegelijk mijn verbruik kan verlagen.”
— Salma, inwoner van Arnhem
Energiecoaches: hoeksteen in Arnhems strijd tegen energiearmoede
Een belangrijke hoeksteen van het lokale actieplan tegen energiearmoede in Arnhem is de inzet van energiecoaches in achterstandswijken. Inmiddels zijn er zo’n tachtig energiecoaches actief in Arnhem. Hun werk is stevig verankerd in lokale netwerken, en hun succes bij het bereiken van kwetsbare mensen ligt in een hecht netwerk van vertrouwen.
Salma vertelt: “De energiecoach heeft mij geleerd hoe ik energie efficiënter kan gebruiken en tegelijk mijn verbruik kan verlagen. Samen hebben we de centrale verwarming ontlucht en radiatorfolie achter de radiatoren geplaatst. Ik kreeg ook nuttige producten: oude lampen zijn vervangen door ledlampen en ik heb nu een waterbesparende douchekop. Ik zet nu onnodige apparaten helemaal uit, neem kortere douches en doe het licht uit als dat niet nodig is. Mijn kinderen doen ook mee, al blijft het nog een uitdaging om de oudere kinderen korter te laten douchen.” Al met al zitten Salma en haar gezin er dankzij hun energiecoach nu veel warmer en beter bij.
Inspiratie uit Plymouth: een model voor sociale impact
De aanpak in Arnhem is grotendeels geïnspireerd door de strategie tegen energiearmoede van de stad Plymouth (VK). Arnhem kwam in 2017 voor het eerst in contact met Plymouth via Climate Active Neighbourhoods, een eerder Interreg project. Uit onderzoek in Plymouth naar de impact van bezoeken van energiecoaches aan kwetsbare huishoudens bleek dat de steun veel verder ging dan alleen energiebesparing: deelnemers ervoeren meer welzijn, hadden minder bezoeken aan huisartsen en andere zorgverleners nodig, en voelden meer vertrouwen en stabiliteit – tekenen van verbeterde bestaanszekerheid en levenskwaliteit. Op basis van deze ervaring wordt het bestrijden van energiearmoede nu gezien als een aanpak die een grote sociale impact kan hebben op het leven van kwetsbare huishoudens.
Beeld: SCEPA / Gemeente Arnhem
Lokale ontmoetingsplekken van NGO’s, zoals deze, spelen een sleutelrol bij het verbinden van energiecoaches met de gemeenschappen die zij ondersteunen.
De temperatuur van water benutten voor lokale energiebehoeften
Vanuit de stad naar het platteland: het project WaterWarmth helpt plattelandsgemeenschappen in Fryslân om hun lokale wateren te gebruiken voor verwarming en koeling.
Hoewel aquathermie ook in steden mogelijk is, liggen de kosten per inwoner hoger in dunbevolkte gebieden. WaterWarmth helpt dorpen in de provincie om hun lokale wateren te benutten tegen een eerlijke prijs. “Er is een gevoel van trots onder dorpelingen wanneer zij zelf in hun energiebehoeften voorzien en geen gijzelaar meer zijn van olie- en gasprijzen,” zegt projectleider Dirk Blom van de provincie Fryslân.
Dorp Baard: een kleinschalige pilot in actie
In het dorp Baard komt aquathermie nu tot leven. “Onze filosofie is om klein te beginnen,” zegt Gerk Jan Kuipers, adviseur energie- en warmtetransitie bij de gemeente Leeuwarden, die de lokale energiecoöperatie Grieneko ondersteunt.
Het systeem bedient alleen de lokale school en zes particuliere woningen naast de rivier de Baarder Feart. Elk huis wordt uitgerust met een kleine warmtepomp en de aanvoertemperatuur is vrij laag. “Er is weinig warmteverlies en de investering is laag,” legt Gerk uit. De woningen moeten echter goed geïsoleerd zijn om de kosten laag te houden. “Dat is een grote uitdaging. Maar dankzij WaterWarmth kunnen we investeren en de prijs verlagen.”
De warmtepompen in het systeem draaien op de eigen zonne-energie van het dorp. Zo wordt de verwarming losgekoppeld van de reguliere energiemarkt, wat zorgt voor eerlijke en voorspelbare kosten. Steeds meer bewoners in Baard raken enthousiast en willen meedoen.
Beeld: WaterWarmth
De omgevingswarmte van oppervlaktewater kan worden benut voor verwarming en koeling van woningen.
Van de eerste vonk naar blijvende voortgang
Technologie alleen lost betaalbaarheid niet op. Mensen doen dat. Of het nu gaat om coaches of door warmtenetten beheerd door de gemeenschap: de sociale verbinding is de sleutel.
Thijn de Voogd, projectleider van SCEPA bij de gemeente Arnhem, benadrukt het belang van de sociale dimensie in de energietransitie. Als hij politici één advies mocht geven, zou het zijn: “Omarm een geïntegreerde aanpak om energiearmoede en sociale problemen van mensen te bestrijden.”
Ook is duidelijk dat technologie en sociale netwerken alléén de Just Transition (Rechtvaardige Transitie) niet kunnen bewerkstelligen. In dit verband benadrukt Lucie Gelderblom, directeur van WaterWarmth-deelnemer Energie Coöperatie Warm Heeg, het belang van blijvende politieke steun. Haar coöperatie heeft het ambitieuze doel om aquathermie te leveren aan alle 1.600 huishoudens in het dorp Heeg. Haar boodschap aan politici is simpel: “Wees moedig! Om het eerste voorbeeld te geven van hele dorpen die op aquathermie draaien, hebben we publieke garanties nodig voor een banklening om een haalbare businesscase te garanderen.” Het is cruciaal dat innovatieve aquathermie-projecten, geleid door de lokale gemeenschap, vooruitgang en resultaten laten zien voordat ze het vertrouwen van bewoners verliezen. Zodra de eerste voorbeelden er zijn, kunnen ze andere dorpen inspireren om te volgen.
Sinds de geopolitieke ontwikkelingen in het voorjaar van 2022 is er in Nederland veel aandacht voor stijgende energierekeningen en energiearmoede. De overheid heeft gemeenten aanzienlijke middelen gegeven om de energietransitie aan te pakken, wat heeft geleid tot tal van interventies, meer steun en een groeiend bewustzijn. De grootste uitdaging nu is om deze voortgang vast te houden nu de middelen afnemen.
Beeld: WaterWarmth
Kennisuitwisseling met partners in andere landen helpt om de vaart erin te houden en te zorgen voor betaalbare energie voor iedereen, ondanks de financiële beperkingen.
Een rechtvaardige energietoekomst, gedragen door mensen en gesteund door Interreg
In Nederland helpen transnationale Interreg-projecten zoals SCEPA en WaterWarmth gemeenschappen om hun energie¬transitie voort te zetten en hun vooruitgang vast te houden. Gemeenten, non-profitorganisaties, universiteiten, waterbedrijven en energieagentschappen werken daarbij grensoverschrijdend samen. Ze leren van succesvolle, groene en kostenefficiënte werkwijzen uit partnerlanden en passen deze toe in nieuwe regionale en lokale contexten.
Deze kennisuitwisseling en wederzijdse steun bij het realiseren van praktische oplossingen zijn niet alleen essentieel voor een sterke Europese Energie-unie, maar ook voor het waarborgen van duurzame oplossingen voor inwoners op lokaal niveau.
SCEPA wordt gesteund door het Interreg North-West Europe-programma. WaterWarmth wordt gesteund door het Interreg North Sea-programma.
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in juni 2025 onder de titel ‘The Dutch communities who pioneer affordable energy’, als onderdeel van de serie ‘The local impact of transnational cooperation’.
Auteurs: Helene Schabasser (Interreg North-West Europe) en Sofie Forfang (Interreg North Sea).
Vertaald door Daan Geraets (RVO).