Naar een vaste baan: leerlingen krijgen een eigen jobcoach

Leerlingen niet laten dobberen, maar hen intensief begeleiden naar een werkplek. Dat is het adagium van Jamie Visser, directeur van de Scholengroep HPC Rotterdam. Dertien jobcoaches, bekostigd met de gelden van het Europees Sociaal Fonds (ESF+), maken dit mogelijk.

Pizza’s bakken bij Domino’s Pizza’s, kamers schoonmaken bij het Bilderberg Parkhotel of het Erasmus MC, bestellingen inpakken in een logistiek centrum, lunches verzorgen in een restaurant. Het zijn enkele voorbeelden van de ervaringen die 550 leerlingen van HPC Rotterdam opdoen tijdens hun stage bij bedrijven in de regio Rotterdam.

Inclusief

HPC Rotterdam, met scholen in Zuidwijk, Centrum en Charlois, biedt onderwijs aan jongeren die binnen onze maatschappij eigenlijk al 1-0 achterstaan. Leren verloopt bij het gros langzamer en op een andere manier vanwege een licht verstandelijke beperking. Maar dat betekent niet dat ze geen kansen verdienen, vindt Jamie. “In Nederland willen we allemaal inclusief zijn. Kansengelijkheid bieden. Ik zie het inzetten van onze leerlingen binnen het bedrijfsleven als een mooie mogelijkheid daarvoor.’

Jobcoach-methodiek

Toch is het voor veel werkgevers niet mogelijk om deze leerlingen intensief te begeleiden. Bij HPC Rotterdam hoeft dat ook niet: de school zet al enkele jaren gecertificeerde jobcoaches in. Dankzij de - in 2010 ingevoerde - jobcoach-methodiek weten bedrijven dat de school zelf stevig inzet op de begeleiding van scholieren. ‘Met de ESF+-gelden kunnen we garanderen dat leerlingen minimaal twee keer per maand op de stageplek bezoek krijgen van een jobcoach. Die dan anderhalf uur de tijd heeft voor de begeleiding.’ Dat is uitzonderlijk, weet ze. ‘Op onze scholen lopen veel mbo- en hbo-studenten rond. Als ik één keer een stagebegeleider zie, is dat veel. Twee keer in de maand, zoals bij onze leerlingen gebeurt, is echt aanzienlijk. Maar deze aanpak is een belangrijke factor voor het laten slagen van een stage.’

Mini-handboekje

De coaches signaleren vroegtijdig obstakels. Heeft een leerling bepaalde vaardigheden nodig? Dan worden die in het klaslokaal geoefend. ‘Er zijn bijvoorbeeld leerlingen die werken in de schoonmaakbranche waar de verhouding tussen schoonmaakmiddel en water heel belangrijk is. Maar wat als je niet weet hoe een verhoudingstabel werkt? Dan gaan wij dat op school extra oefenen. Desnoods maken we een mini-handboekje of een stappenplan. Dankzij de ESF+-gelden zijn we veel beter in staat om een brug te slaan tussen de praktijkervaringen en de school, waardoor we leerlingen beter toerusten op hun toekomstige baan.’

Behalve inhoudelijke vaardigheden bespreekt de jobcoach ook het dagelijkse reilen en zeilen op een stageplek. Zo kwam een jongen na de lunch standaard te laat. Jamie: ‘In de kantine hing een analoge klok. De jongen wist dat hij vijf voor één terug moest zijn op zijn werkplek, maar hij kon niet klokkijken en kwam altijd te laat. Op school hoefde hij nooit op de klok te letten, daar ging altijd een bel. En die bel hadden ze hier niet.’

Zoeken naar een oplossing

Zulke kwesties bespreekbaar maken met een werkgever is voor veel jongeren een te grote stap. Uit schaamte. Of omdat ze zich niet zo kwetsbaar willen opstellen. ‘Tegen een jobcoach durft een leerling het wel te vertellen, omdat hij of zij de coach beschouwt als iemand van school. Samen kunnen ze dan zoeken naar een oplossing.’ Die signaleringsfunctie van de jobcoach is onmisbaar, vindt Jamie. ‘Zonder zo’n coach weet ik zeker dat leerlingen óf geen stageplek kunnen vinden óf veel sneller worden weggestuurd. Vaak weten bedrijven niet hoe ze een jongere vooruit moeten helpen. Dat is begrijpelijk, want het gaat om jongens en meisjes van zestien, zeventien jaar, die lekker aan het puberen zijn, maar cognitief functioneren op het niveau van halverwege het basisonderwijs.’

Effect van jobcoaches

Hoewel het lastig is nauwkeurig aan te tonen wat het precieze effect is van de inzet van jobcoaches, zeggen de cijfers Jamie wel veel: ‘Toen ik in 2008 hier als directielid kwam, was er voor 50 procent van de leerlingen geen passende stageplek. Nu is dat totaal anders: er is praktisch voor iedereen een stageplek. Dus veel meer bedrijven openen hun deuren voor onze leerlingen. Wat ook heel positief is: van onze leerlingen maakt 90 procent uiteindelijk de overstap van school naar arbeid of van school naar school, bijvoorbeeld het mbo. Dit betekent niet alleen dat een deel van de leerlingen een baan heeft gevonden, maar óók een plek heeft die past.’

Meer informatie over ESF+ (2021-2027) vindt u op ESF+ (2021-2027) | Subsidie en regeling | Uitvoering van Beleid (uitvoeringvanbeleidszw.nl)